RK Geloofsgemeenschap                                        

niks

            St.Stephanus - Meppel


Lof       -       Eucharistische aanbidding

monstrans

Het lof is een gebedsdienst met zang, waarbij het Allerheiligste (de heilige Hostie na de consecratie) in een monstrans op het altaar wordt uitgesteld en aanbeden. (Eucharistische aanbidding)

Tegenwoordig gebeurt die aanbidding vaak in stilte. Vroeger werd er hardop gebeden en vooral ook gezongen.

Tijdens het lof werd de rozenkrans gebeden. En meestal er werden enkele hymnen gezongen, die worden toegeschreven worden aan de heilige Thomas van Aquino: Adoro te devote, Panis Angelicus en Tantum Ergo. Ook werd het Ave verum corpus wel gezongen.

De gewoonte om lof te houden ontstond in de 13de eeuw en werd wijd verspreid in de 15de en 16de eeuw. Op zondagen en kerkelijke feestdagen en alle dagen van de Maria-maand (mei) en de Rozenkrans-maand (oktober) was er elke namiddag of 's avond een lof.
Tijdens de Tweede Beeldenstorm na 1965 in de tweede helft van de 20ste eeuw nam deze gewoonte af of verdween geheel uit de parochiekerken.

euchristische aanbidding

De Eucharistische aanbidding werd door de priester afgesloten met een zegen met het Allerheiligste (Eucharistische zegen). De priester maakte dan een groot kruisteken met het Allerheiligste. Hierbij werd gewierookt en langdurig gebeld met een altaarschel.

Tijdens het lof droeg de priester geen kazuifel, maar een koormantel, of koorkap. Wanneer hij de zegen gaf met het Allerheiligste maakte hij gebruik van het (schouder)velum. Aan de binnenzijde van het velum zitten zakken, waarin de priester zijn handen kon steken, zodat hij de monstrants niet hoefde aan te raken.