Het Sint-Maartenfeest wordt gevierd op 11 november. Het is de naamdag van Martinus van Tours. Het feest wordt ook wel
aangeduid als Sint-Martinus, Sinter Merte of Sinte-Mette.
Martinus van Tours werd (waarschijnlijk) in 316 geboren in Savaria, in Hongarije. Hij was de zoon van Romeinse ouders.
Al heel jong werd hij soldaat en als 15-jarige trok hij naar Gallië. Bij een stadspoort van Amiëns ontmoette hij een bedelaar,
aan wie hij de helft van zijn mantel gaf. Omdat de helft van de mantel eigendom was van Rome kon hij slechts zijn eigen helft
weggeven. Hij gaf dus alles wat hij zelf bezat. Daarnaast was het handig om een deel van de mantel te houden, want zonder
mantel mocht een soldaat de stad niet binnen gaan.
Volgens een legende was deze bedelaar een verschijning van Jezus. Op zijn achttiende liet Maarten zich bekeren en verliet het
leger. Hij werd monnik en stichtte verscheidene kloosters in Frankrijk.
In 371 werd Maarten door de bevolking van Tours gekozen tot bisschop. Hij vond zich niet waardig genoeg voor dat ambt, dus
verstopte hij zich in een ganzenhok. Maar toen zijn aanhangers hem gingen zoeken, gingen de ganzen als gekken te keer waardoor
zijn schuilplaats ontdekt werd. Zo werd hij alsnog tot bisschop gewijd.
Het Sint-Maartenfeest is begonnen binnen de kerk. Later gingen op 11 november arme mensen de boeren langs. Bij de boeren was
in de novembermaand volop te eten omdat er net was geoogst en geslacht. Op deze manier kregen de arme mensen wat extra's voor
de winter.
Het werd uiteindelijk een kinderfeest met liedjes.
Sint-Maarten wordt niet overal op dezelfde wijze gevierd. In sommige plaatsen worden optochten georganiseerd, in andere worden
vreugdevuren ontstoken. Algemeen is de lampionnentocht. Deze komt het meest voor in de noordelijke provincies en in Noord-Holland,
waar het "keuvelen" genoemd wordt. De kinderen maken lampionnen en gaan met de lichtjes langs de deurenen zingen ze speciale
Sint-Maartensliedjes en krijgen in ruil snoep of fruit. Vroeger werd het lichtje rondgedragen in een uitgeholde biet.
Hoewel dit nog gedaan wordt, zijn kleurige, door de kinderen
gemaakte, lampionnen nu het meest gebruikelijk. Vaak worden deze lampions op school gemaakt tijdens de handenarbeidles.
Tegenwoordig worden de lampions veelal met behulp van batterijen verlicht.
Sint Maarten Sint Maarten
De koeien hebben staarten
De stieren hebben horens
De kerken hebben torens
De torens hebben klokken
De meisjes hebben rokken
De jongens hebben broekjes aan
Daar komt Sint Martinus aan
Dag mevrouw en dag meneer
Hé hallo hier ben ik weer
Met mijn la-la-lampion
Van papier of van karton
Met een lichtje mooi is dat
Als ik klaar ben krijg ik wat
Sint Maarten Sint Maarten
De koeien hebben staarten
De meisjes hebben rokjes aan
Daar komt Sint Martinus aan