RK Geloofsgemeenschap                                        

niks

            St.Stephanus - Meppel

 
 
St.Maria Magdalena


In 2016 riep paus Franciscus Maria Magdalena (of Maria uit Magdala, het huidige Mejal aan het Meer van Galilea) uit tot “apostel van de apostelen”.
Hiermee kwam een eind aan het eeuwenlang zwart maken van deze vrouw waardoor veel onduidelijk is ontstaan.

Maria Magdalena In het Nieuwe Testament lijkt het er op alsof Maria Magdalena twaalf keer bij naam wordt genoemd. In de evangeliën wordt over haar verteld dat Jezus haar bevrijdde van ‘zeven duivelse geesten’ (Luc. 8,2). Zij was één van de vrouwen die met hem door Galilea trok (Mar. 15,41, Mat. 27,55) en dat zij ‘uit eigen middelen voor hem en z’n volgelingen zorgden’ (Luc. 8,3).
Ook staat zij bij het kruis met enkele andere vrouwen, die vanuit Galilea met Jezus zijn meegereisd, zij is bij de kruisafname en de graflegging. Na de sabbat gaat zij met enkele vrouwen terug om het lichaam van Jezus te balsemen. Bij het lege graf heeft zij als eerste een ontmoeting met Jezus (Joh. 20,15-17). Zij is daarmee dus degene, die de apostelen de blijde boodschap van de verrijzenis van Jezus brengt.

Uit De Handelingen van de apostelen en de apostolische brieven blijkt dat de kerk geen onderscheid maakt tussen mannen en vrouwen. De meeste kerkvaders uit de derde tot vijfde eeuw zien Maria Magdalena dan ook vooral als ‘apostel der apostelen’, maar zij wordt in deze eeuwen en daarna steeds meer beschouwd als een gevallen of zondige vrouw.

De kerkvader Augustinus (354–430) vindt dat Maria van Bethanië (Joh. 11,1-2), de vrouw met bloedingen (Mar. 5,25-34), de overspelige vrouw (Joh. 8,1-11), de vrouw van de voetenzalving (Luc. 7,36-50) en de zus van Martha en Lazarus allen Maria Magdalena zijn.
Paus Gregorius de Grote gaf in 591 deze zienswijze op Maria Magdalena een officiële kerkelijke zegen en heeft daarmee grotendeels de christelijke legende van Maria Magdalena bepaald.
Dat later in de vieringen op haar feestdag (22 juli) het evangelie over de overspelige vrouw werd voorgelezen, versterkte nog meer het beeld van verleidelijke vrouw of prostituee, die tot inkeer is gekomen.







Maria Magdalena was een geliefde leerling van Jezus. Vaak wordt zij afgebeeld naast Jezus tijdens het Laatste Avondmaal.

De oosterse kerk heeft haar altijd beschouwd als ‘gelijk aan de apostelen’, zij is nooit geassocieerd met de onbekende zondares.

nag hammadi

Het evangelie van Maria Magdalena


In 1896 werd in Cairo een deel van de Papyrus Berolinesis (de Berlijnse Codex) teruggevonden. In deze codex bevond zich ook het evangelie van Maria Magdalena.

Dit werk was al rond 300 bekend, maar werd toen door bisschoppen als vervalsing bestempeld. Het behoort tot de gnostische geschriften.

Tijdens het concilie van Carthago (397) werd dit geschrift niet opgenomen in de Canon van het Nieuwe Testament. Alle boeken, die niet in deze canon werden opgenomen werden apocriefe geschriften genoemd en waren dus verboden.
Veel van die geschriften zijn vernietigd.



Later - en met name in de Middeleeuwen - ontstaan er verschillende legendes rond Maria Magdalena.


Zij zou samen met de maagd Maria en Johannes naar Efese in Turkije zijn gegaan, heeft daar gewoond en is er gestorven en begraven. Later (in 899) zijn haar relieken door keizer Leo VI overgebracht naar Constantinopel, maar is Efese als bedevaartplaats gebleven.

Een andere legende verhaalt hoe Maria Magdalena en de andere Maria’s na Jezus’ hemelvaart als vluchtelingen voor de ongelovigen of joden in een bootje zonder zeilen naar Zuid-Franrijk zijn varen. Daar gingen zij aan land bij een dorpje nabij Marseille, vandaag de pittoreske badplaats Les Saintes-Maries-de-la-Mer.
Jarenlang preekte Maria Magdalena er, verrichtte zij vele wonderen en bekeerde zij veel mensen.

Uiteindelijk trok zij zich terug in een grot in de eenzame wildernis van La Sainte Baume in de Provence om daar boete te doen.
Ze hoefde niet te eten want elke dag ontving zij op een wonderbaarlijke manier de hostie. Daarvoor werd zij dagelijks door engelen naar de hemel gedragen. Na haar dood werd zij in de abdij van Saint Maximin begraven. Aan haar worden ontelbare wonderen toegeschreven.

Haar gedenkdag is 22 juli