In de oude martelarenboeken staat opgetekend:
"Te Alexandrië, Egypte: de HH. martelaren Corona, maagd, Victor, Zotica, Fortunus, Donatus, Felix, Secundus, Saturninus,
Silvanus, nog een Silvanus, Rufina, Liberalis, Meturus, Tonitus, Firianus, Barachus, Nabor, Fuscinus, Maventus, Seranus,
nog een Fortunus en nog een Donatus, Florianus en Theon, een priester; daarnaast nog 24 anderen."
Volgens de legende werd rond 165 de Italiaanse soldaat Victor gemarteld omdat hij zijn geloof niet wilde afzweren. Zijn
ogen werden uitgestoken en tenslotte werd hij onthoofd.
De 16-jarige Corona troostte hem en bad voor hem. Daarom werd ook zij gearresteerd en omdat ook zij een Christen was werd
ze aan twee kromgetrokken palmbomen vastgebonden en in stukken gescheurd toen de kromgetrokken palmen werd gelost.
In 997 bracht keizer Otto III haar relikwieën naar Aken en zijn daar bewaard in een tombe onder de kathedraal.
Sommige oude bronnen plaatsen Corona niet in Noord-Afrika, maar in de Spaanse plaats Elche aan de Spaanse oostkust ten zuiden
van Valencia:
"Te Elche (oftewel Ilici) in Spanje: de Z. Corona maagd, benedictines; zij besteedde haar tijd van leven alleen
maar aan het doen van goede werken. Na haar dood gebeurden er op haar graf tal van wonderen. Dat had weer een grote toeloop
van pelgrims tot gevolg."
St.Corona is de patroonheilige voor standvastigheid in het geloof, maar opvallend genoeg ook voor het doorstaan van epidemieën.
Haar gedenkdag is 24 april
Bron: Heiligen.net en ucatholic.com