Eens in de zoveel tijd valt 2 februari op een zondag en dan vieren we - zoals het in de volksmond heet -
Maria Lichtmis. Valt 2 februari trouwens op een door-de-weekse dag, dan wordt er nauwelijks aandacht aan besteed,
terwijl het vroeger toch echt een hoog kerkelijke feestdag was en je zelfs een vrije schooldag kreeg.
Maria Lichtmis is een oeroud en daarom vrij complex feest.
En zoals zoveel Katholieke feesten
is Maria Lichtmis een vóór-Christelijk feest dat is gekerstend.
Maria Lichtmis is eerst en vooral
het feest van ‘de opdracht van Jezus in de tempel’, maar daarnaast is het tegelijk ook een Maria-,
een licht- en een kinderfeest.
Tegenwoordig heet het feest in het Romeinse missaal officieel ‘het feest van de opdracht van de Heer’.
De kersttijd eindigde met het feest van De Opdracht van de Heer in de tempel. Bij opa en oma bleef de kerststal staan
totaan Maria Lichtmis. In een aantal landen is dat nog steeds zo.
Maria Lichtmis - wat kunnen we ons er nog van herinneren, wat weten we er nog van?
Valt het Sint Maartensfeest 40 dagen voor Kerstmis, Maria Lichtmis vieren we precies 40 dagen na Kerstmis. Dat is precies
het midden tussen de kortste dag (winterwende op 22 december) en lente equinox (20 maart).
Na 2 februari maakt de boer de velden klaar om te kunnen gaan zaaien.
Maria Lichtmis is – zoals de naam doet vermoeden – natuurlijk een Mariafeest. Volgens de Joodse traditie moest een vrouw veertig
dagen na haar bevalling een zuiveringsritueel ondergaan. Jozef en Maria gingen daarom met hun pasgeboren zoon
naar de tempel om daar twee tortelduiven te offeren.
Maria Lichtmis is ook een lichtfeest en vertoont dan ook sterke verwantschappen met heidense lichtfeesten. Zolang er mensen
waren en zolang de zon opging werden begin februari feesten gevierd ter ere van de opstanding in de natuur. De langste
donkere nacht is geweest en de dagen beginnen langzamerhand aan merkbaar weer lengen.
Het is ook een traditie dat op Maria Lichtmis kaarsen worden gewijd en er een kaarsenprocessie wordt gehouden vóór de mis:
vandaar de naam lichtmis.
De processie staat symbool voor de intrede van Christus in de tempel van Jeruzalem als het “Licht dat voor alle volkeren straalt”,
zoals de oude priester Simeon, die vroeg of hij het kind aan God mocht opdragen, in zijn lofzang of Nunc dimittis zong.
Maria Lichtmis is tot slot ook een kinderfeest. Zoals Jezus werd opgedragen in de tempel, zo is het in de landen ten zuiden van
ons,de gewoonte om op 2 februari de (pas gedoopte) kinderen te zegenen.
En dan . . . . . . . . . bestaat er nog de oude traditie van het pannenkoeken bakken op 2 februari. Vroeger kon de plattelandsbevolking maar
op twee dagen van werk en/of hoeve veranderen. Sint-Maarten (11 november) en Maria Lichtmis (2 februari) waren de dagen waarop nieuwe huren
werden afgesloten. Dat was een feestelijke gebeurtenis, die gevierd werd met haardkoeken. Later werden dat pannenkoeken.
Vandaar komt ook het gezegde ‘Er is geen vrouwke zo arm, of ze maakt op lichtmis haar panneke warm’.
Wie op 2 februari pannenkoeken eet, zou volgens het volksgeloof het hele jaar door rijk en gelukkig zijn.