RK Geloofsgemeenschap                                        

niks

            St.Stephanus - Meppel


't Zonnelied van Sint Franciscus

franciscus

Allerhoogste, almachtige, goede Heer,
van u zijn de lof, de roem, de eer en alle zegen.

U alleen, Allerhoogste,
komen zij toe en geen mens is waardig U aan te spreken.

Wees geprezen, mijn Heer,
door al uw schepselen vooral door mijnheer broeder zon die de dag is en door wie Gij ons verlicht.
En hij is mooi en straalt met grote pracht van U, Allerhoogste, draagt hij het teken.

Wees geprezen, mijn Heer,
door zuster maan en de sterren. Aan de hemel hebt Gij ze gevormd, helder en kostbaar en mooi.

Wees geprezen, mijn Heer,
door broeder wind en door de lucht, bewolkt of helder, en ieder jaargetijde, door wie Gij uw schepselen leven geeft.

Wees geprezen, mijn Heer,
door zuster water, die heel nuttig is en nederig, kostbaar en kuis.

Wees geprezen, mijn Heer,
door broeder vuur door wie Gij voor ons de nacht verlicht; en hij is mooi en vrolijk, stoer en sterk.

Wees geprezen, mijn Heer,
door onze zuster moeder aarde die ons voedt en leidt, en allerlei vruchten voortbrengt, bonte bloemen en planten.

Wees geprezen, mijn Heer,
door wie omwille van uw liefde vergiffenis schenken en ziekte en verdrukking dragen.
Gelukkig wie dat dragen in vrede, want door U, Allerhoogste, worden zij gekroond.

Het Zonnelied bezingt de schepping in termen van broeder en zuster.
Het Zonnelied is een gebed geschreven door Sint Franciscus van Assisi aan het eind van zijn leven, in de lente van 1225.
Franciscus was toen al ernstig ziek en vertoonde de pijnlijke tekenen van stigmata.
( = de vijf wonden van de gekruisigde Christus, aan handen, voeten en in zijn zijde)

Wees geprezen, mijn Heer,
door onze zuster de lichamelijke dood, die geen levend mens kan ontvluchten. Wee hen die in doodzonde sterven;
gelukkig wie zij in uw allerheiligste wil vindt, want de tweede dood zal hun geen kwaad doen.

Prijs en zegen mijn Heer, en dank en dien Hem in grote nederigheid.