RK Geloofsgemeenschap                                        

niks

            St.Stephanus - Meppel

 
Kerststalletje
 

In elke katholieke kerk kwam men vroeger beelden van heiligen tegen. Ook de ramen waren vaak voorzien van afbeeldingen uit de bijbel of uit de levens van heiligen. Dit noemde men de Bijbel van de Armen en Ongeletterden, de Biblia pauperum.
Een van de mooiste voorbeelden van de Biblia pauperum is wel de kerststal.

Franciscus van Assisi
Het stalletje van Bethlehem zoals we dat nu kennen, gaat terug op Franciscus van Assisi. In 1223 kreeg hij van Paus Honorius III (1216-1227) toestemming om het kersttafereel met levende personen voor te stellen, om het kerstverhaal duidelijk te maken aan de mensen. In het bos bij Greccio bouwde hij een stalletje, waar een os en ezel in stonden. Dit waren de dieren van arme mensen. Rijken hadden immers paarden.
Het zijn dan ook de franciscanen die de volksdevotie rondom het stalletje van Bethlehem wijd hebben verspreid.
kerststal
Maar klopt deze voorstelling wel helemaal?
De os en de ezel komen helemaal niet in de evangelieverhalen voor, maar zijn ontleend aan Jesaja 1:3: 3 "Een rund herkent zijn meester, een ezel kent zijn voederbak, maar Israël mist elk inzicht, mijn volk leeft in onwetendheid."
Wanneer we de bijbel er op na slaan dan zien we in het evangelie van Lucas herders. Bij Matteüs lezen we alleen over wijzen, niet over koningen en zeker niet over drie koningen. Omdat zij drie geschenken meebrachten - goud, wierook en mirre - heeft men er drie koningen van gemaakt: Caspar, Balthasar en Melchior, afkomstig uit de drie werelddelen, die toen bekend waren: Europa, Afrika en Azie. Zij waren respectievelijk 20, 40 en 60 jaar oud en reisden te paard, op een olifant en een kameel. (terwijl wij meestal een dromedaris bij de kerstgroep hebben staan)

In een kribbe
En werd Jezus nu geboren in een grot of in een stal?   En lag het Kindje, gewikkeld in doeken, wel in een voerbak voor dieren? In een kribbe?
Een “kribbe” was in het Grieks een “phatne”. Dit woord komt van het woord “pateomai” dat “om te eten” betekent. Een “phatne” was een houten bak, die inderdaad gebruikt zou kunnen worden als een kribbe, een voederbak. Maar tóch was dit niet het eerste waar een Jood in die tijd aan zou hebben gedacht. Een “phatne” was ook een “broodkist”. Joden maakten namelijk gebruik van houten bakken om brood in te bewaren, zoals in Nederland vroeger een zogenaamde broodtrommel werd gebruikt. Omdat het klimaat in Israël heet en droog was, wikkelde men in de tijd van Jezus de broden warm en vers in doeken. Daarna plaatste men de broden in de broodkist. Zo konden ze stoom uitwasemen en tóch vers blijven.
Bethlehem, in het Hebreeuws Beit Lechem, betekent "broodhuis".

stalletje Of het nu historisch allemaal precies klopt is niet belangrijk. Het gaat om de boodschap.
De Boodschap dat God op aarde is gekomen als een mensenkind. Om brood te zijn voor ons. Om ons te bevrijden, te verlossen.


niks