Aan het begin van het pontificaat van Pius XII brak de Tweede Wereldoorlog uit. Aan het eind daarvan dreigde de koude Oorlog.
Pius XII plaatste zijn pontificaat onder de bijzondere bescherming van de Maagd Maria.
Zijn wijding tot bisschop op 13 mei 1917 viel samen met de eerste verschijning van Maria aan drie herderskinderen in Fátima.
Jeugd en opleiding
Eugenio Maria Giuseppe Giovanni Pacelli werd geboren in Rome op maart 1876 als derde kind van Filippo Pacelli en Virginia Graziosi.
De familie Pacelli was een van oorsprong eenvoudige familie afkomstig uit Onano, maar aan hun betrokkenheid met het Vaticaan dankte
zij echter de adellijke titels van markies, verleend door paus Pius IX.
Zowel Eugenio’s grootvader, zijn vader en zijn broer Francesco waren als advocaat verbonden aan het Vaticaan. Oom Ernesto Pacelli
was financieel adviseur van de pausen Leo XIII, Pius X en Benedictus XV.
Eugenio studeerde rechten, maar besloot toch priester te worden. Paus Leo XIII verleende, in verband met zijn zwakke gezondheid,
dispensatie deze studie vanuit het ouderlijk huis te vervolgen.
Op Eerste Paasdag 1899 werd hij tot priester gewijd. Daarna zette hij zijn studie voort. In dienst van het Vaticaan maakte hij
diverse reizen en was hij betrokken bij het tot stand komen van verschillende concordaten.
Bisschop en nuntius
In 1917 werd hij tot bisschop gewijd en aangesteld als nuntius in Duitsland. Zijn belangrijkste opdrachten waren het bemiddelen
bij het einde van de Eerste Wereldoorlog en het voorbereiden van een concordaat tussen het Vaticaan en het Duitste Rijk.
Hij verbleef tot 1929 in Duitsland en zag de opkomst van Hitler.
Kardinaal en staatssecretaris
Op 16 december 1929 werd Eugenio Pacelli door paus Pius XI verheven tot kardinaal-priester. Twee maanden later werd hij benoemd
tot staatssecretaris van het Vaticaan. Door deze aanstelling werd Eugenio de tweede man in het Vaticaan belast met het onderhouden
van diplomatieke relaties.
In 1933 sloot hij het Rijksconcordaat met Hiltler-Duitsland. In 1936 gaf Pius XI Eugenio Pacelli de opdracht een encycliek op te
stellen, waarin de situatie in nazi-Duitsland aan de kaak werd gesteld. “Mit brennender Sorge”. In deze encycliek sprak de
kerk zich uit tegen de vervolging van de kerk en de rassenpolitiek van de nazi’s.
Oorlogspaus
Na de dood van paus Pius XI werd Euegnio Pacelli op zijn verjaardag tot paus gekozen.
Hij ondernam een laatste poging de dreigende oorlog te voorkomen. Maar dat mocht niet baten. Een maand na het uitbreken van de
Tweede Wereldoorlog schreef hij de encycliek: Summi Pontificatus.
De Paus koos ervoor niet de confrontatie aan te gaan met Hitler-Duitsland en in alle stilte groepen joden en individuen te helpen.
Na de oorlog bleken diverse nazi-kopstukken met diplomatiek paspoorten van het Vaticaan ontsnapt te zijn naar Zuid-Amerika.
In het Heilig Jaar 1950 bestempelde Pius de Tenhemelopneming van Maria als dogma fidei . Hiermee onderstreepte Pius XII de
sterke Mariaverering binnen de katholieke Kerk. Het was tevens de eerste pauselijke uitspraak "ex cathedra" sinds de formulering
van het dogma van de pauselijke onfeilbaarheid in 1870 tijdens het Eerste Vaticaans Concilie.
Ziekte en overlijden
Pius XII had al sinds zijn geboorte een zwakke gezondheid. Aan het einde van 1953 werd hij echter ernstig ziek. Hij overwoog zelfs om
af te treden. Diverse behandelingen leidden niet tot verbeteringen en uiteindelijk stierf hij op 9 oktober 1958.