RK Geloofsgemeenschap                                        

niks

            St.Stephanus - Meppel

 
Paasvuur



In een groot deel van Europa wordt op Eerste of op Tweede Paasdag traditioneel het paasvuur ontstoken. De noordgrens van het gebied, waarin dit volksgebruik plaats vindt, loopt door Denemarken en de zuidgrens door Zwitserland en Oostenrijk. Het oosten van Nederland is de westgrens en de oostgrens loopt oostelijk van de Harz.
In Nederland zijn de meeste vuren in Drenthe, Groningen, Overijssel en Gelderland. Maar ook in Friesland (in de Stellingwerven) en in Noord-Brabant komen paasvuren voor.

In de loop der eeuwen heeft deze traditie onder vuur gelegen. In de 17e eeuw klaagden vele dominees over de "de ongeregeldheit der schandelicke ende ergelicke paeschvuyren".
Maar het paasvuur bleef branden. In de negentiger jaren van de 20e eeuw waren het milieugroepen, die ageerden tegen deze "vervuilende bezigheid". Dit heeft geleid tot aanscherping van de regels; vaak heeft men een vergunning nodig voor een paasvuur.

Het paasvuur hoort bij de feestelijke jaarvuren, het geldt als lentevuur. Er is vreugde om de terugkeer van de zon. Het lichtschijnsel, de vonken en de rook zouden een weldadige uitwerking hebben op de vruchtbaarheid van de velden.
paasvuur

In gebieden met meer gereformeerde kerkgenootschappen branden de paasvuren op de avond van 2e paasdag. In traditioneel katholieke streken wordt het paasvuur op de 1e paasdag aangestoken.