– oorsprong, geschiedenis en toekomst –
In deze derde en laatste aflevering van '40 jaar vieringen onder leiding van parochianen' wil ik – zoals reeds eerder in de tweede aflevering aangegeven – nog enkele dilemma's benoemen waarmee we in de loop van de jaren werden geconfronteerd én een blik werpen op de toekomst.
Dilemma's
Bij het benoemen van enkele dilemma's heb ik het niet over obstakels die wij vooral in de beginperiode op
onze weg vonden. In de vorm van enkele anekdotes heb ik in de tweede aflevering wat voorbeelden hiervan benoemd.
In de praktijk bleek er altijd een weg te vinden hiermee om te gaan of een oplossing te realiseren.
Hier gaat het nu om dilemma's waarmee we werden geconfronteerd vanwege opvattingen of voorschriften van de
hiërarchie in onze kerk. Het betreft dan ook complexe vraag-stukken die een niet geringe impact hadden en hebben
op onze zondagvieringen en vooral ook op onze persoonlijke visie op samen-kerk-zijn. Ik wil er enkele nader toelichten.
Eucharistie, bron en hoogtepunt van ons kerk-zijn
Veel discussie ontstaat er in onze geledingen, maar ook in onze geloofsgemeenschappen, over de brief van de
Nederlandse bisschoppen over de viering van het Paastriduum van 2012. Woord- en communievieringen, zo schrijven
de bisschoppen, kunnen er onbedoeld toe leiden dat gelovigen zich vervreemden van de eucharistie.
Deze opvatting valt bij velen bepaald niet in goede aarde. Nergens blijkt dat deze mogelijkheid de uitkomst is
van een gedegen analyse of onderzoek. Als het besef, dat de eucharistie het hart van ons kerk-zijn is, niet altijd
meer zo sterk is, dan gaat het te ver dit ongemotiveerd te verbinden met de woord- en communievieringen onder leiding
van pastoraal werkers en leken. We zouden samen eens moeten nadenken over de vraag, of dit besef daadwerkelijk leeft
en zo ja, wat daarvan dan de achterliggende feiten en omstandigheden zijn.
Zonder deze te kennen, lijkt de oplossing die de bisschoppen suggereren om meer eucharistievieringen te houden
vooralsnog niet de juiste. Het feit dat de eucharistie het kloppende hart van de kerk is – of zou moeten zijn – betekent
niet dat er altijd en overal, waar dat maar kan, eucharistie gevierd zou moeten worden. Juist met hoogtepunten moet je
zuinig zijn , om er voor te zorgen dat het hoogtepunten blijven. We zouden de rijkdom van onze liturgische mogelijkheden
veel beter moeten benutten. Het is meer dan de moeite waard hierover nader met elkaar van gedachten te wisselen.
Communiceren onder twee gedaanten
Veel beroering in onze geleding – maar ook hier weer veel breder - ontstaat er in 2008 als de bisschoppen van Nederland
een brief doen uitgaan over de viering van het sacrament van de eucharistie. In deze brief wordt nog eens benadrukt dat
het niet is toegestaan de eucharistische gave van de geconsacreerde wijn in een woord- en communieviering te gebruiken.
Ook wijst de brief erop dat in tegenstelling tot vroegere bepalingen en ingeburgerde gebruiken, het bij het communiceren
onder twee gedaanten niet is toegestaan dat de communicant zelf de heilige Hostie neemt en indoopt in de kelk met het
heilig Bloed. De volledigheid gebiedt te zeggen dat deze brief van 2008 terugverwijst naar een instructie van de Romeinse
congregatie voor de eredienst van 2004 waarin o.a. wordt gesteld dat het de communicant niet wordt toegestaan zelf de
Hostie in de kelk in te dopen.
Tegelijkertijd staat erin die instructie ook: “Opdat de volheid van het teken in het eucharistisch gastmaal voor de
gelovigen des te duidelijker is, worden christengelovigen leken tot de beide gedaanten toegelaten.' En ook de Nederlandse
bisschoppen schrijven in 1978 bij het verschijnen van het Altaarmissaal nog: “Vanwege de tekenwaarde is de communie onder
beide gedaanten een betere vorm van communiceren”.
Hoe consistent is dit beleid nu in feite ? Deze vraag speelt temeer als we hierbij nog eens in herinnering roepen dat
de handcommunie al sinds 1969 officieel is toegestaan. Op deze manier zit het gesprek hierover a.h.w. opgesloten in
een vicieuze cirkel. Zeker als je nog eens terugdenkt aan het vorige dilemma, dan vraag je je af, hoe dit toch allemaal
heeft kunnen gebeuren. Hadden wij niet allen, de wereldwijde kerk, hiërarchie én volk Gods, van het Tweede Vaticaans
Concilie, de opdracht gekregen de liturgie te hervormen? En had het Concilie niet uitdrukkelijk gesteld dat de kerk zich
altijd moet vernieuwen: 'ecclesia semper renovanda.'
Deze veranderde liturgische praktijk had meer weg van 'restauranda.' Helaas functioneerde de eucharistie opnieuw
als bron en hoogtepunt van een dogmatische discussie, terwijl we nou juist op zoek zijn naar een eucharistische spiritualiteit.
Plaats en functie van het communiegebed
Van meet af aan wordt in onze vieringen de uitreiking van de communie vooraf gegaan door het bidden van een communiegebed.
Volgens de Nationale Raad voor Liturgie behoort het gebed in de vorm van een communiedankgebed gebeden te worden ná de
communie-uitreiking. Wij hebben deze richtlijn niet over genomen.
Wij zijn van mening dat we eigenlijk géén communie kunnen
uitreiken zonder inleidend gebed. Het gaat immers om het Brood dat ons verhaalt over het leven van Christus, zijn dood
en verrijzenis en het appèl aan ons om in de voetsporen van Jezus te gaan. Hierbij stilstaan maakt ons telkenmale weer
bewust van de betekenis van het Brood dat we delen in naam van Jezus. Het achterwege laten van dit gebed zou o.i. tot
een verschraling van het communiceren leiden.
Een blik op de toekomst
De resterende ruimte voor dit artikel is niet toereikend om een ruime blik op de toekomst te werpen.
Ik wil me hier beperken tot het nog eens onderstrepen van de belangrijke betekenis van onze locale geloofsgemeenschappen
voor de toekomst van onze kerk.
Door verbondenheid van de leden met elkaar in geloof en door de ruimte dat geloof te ontwikkelen en te laten groeien
wordt die gemeenschap tot een levende geloofsgemeenschap. Daarom is het ook zo belangrijk de karakteristieke kenmerken van
zulke geloofsgemeenschappen steeds voor ogen te houden. Nergens vind ik deze zo kernachtig verwoord als in een tekst van de
Askea parochie in Carlow ( Ierland).
Ik reik ze ons allen graag aan:
Als onze geloofsgemeenschap niet een plaats is waar mijn tranen worden begrepen, waar moet ik dan naar toe om te huilen ?
Als onze geloofsgemeenschap niet een plaats is waar mijn geest vleugels krijgt, waar moet ik dan heen om te vliegen ?
Als onze geloofsgemeenschap niet een ruimte biedt waar mijn vragen worden gehoord, waar moet ik dan zoeken ?
Als onze geloofsgemeenschap niet een ruimte biedt waar naar mijn gevoelens wordt geluisterd, waar moet ik dan naartoe om te spreken ?
Als onze geloofsgemeenschap niet een gemeenschap is waar u mij begrijpt zoals ik ben, waar kan ik dan naartoe om te zijn ?
Als onze geloofsgemeenschap niet een plaats is waar ik kan proberen en leren en groeien, waar kan ik dan gewoon mijzelf zijn ?
Ik ben ervan overtuigd dat de toekomst van onze kerk ligt in kleinschalige gemeenschappen met veel medezeggenschap, aandacht
voor het kleine en verschillende, aandacht voor de leefwereld van hen die er deel van uit maken. Deze bouwstenen voeden het
besef van verantwoordelijkheid voor de instandhouding van de 'eigen' geloofsgemeenschap. We mogen en kunnen deze kwaliteiten
niet veronachtzamen.
Als het beleid een andere weg in slaat, zal dat uiteindelijk tot uitholling en het einde van die gemeenschappen leiden.
Dankbaarheid
Hoe kan ik deze drie artikelen beter afsluiten dan de viering van 25 november jl. nog eens
in herinnering te roepen. In dankbaarheid kijken we daar op terug, dankbaar aan allen die
zich hebben ingezet van de viering van '40 jaar diensten onder leiding van parochianen' iets moois te maken. Mogen wij allen onder de bezielende werking van de H. Geest de ruimte en de tijd krijgen onze parochie én onze geloofsgemeenschappen te blijven ontwikkelen op een manier die daadwerkelijk iets reflecteert van Jezus van Nazareth.
Piet Maes
januari 2019
voor het eerste deel van 40 jaar Vieringen onder leiding van parochianen
voor het tweede deel van 40 jaar Vieringen onder leiding van parochianen