RK Geloofsgemeenschap                                        

niks

            St.Stephanus - Meppel

 
40 Jaar
                                Vieringen onder leiding van parochianen' (1)


– oorsprong, geschiedenis en toekomst –

40 Jaren vieringen onder leiding van parochianen. Dit hebben we gevierd op zondag 25 november 2018 in de St.Stephanuskerk in Meppel In drie afleveringen probeer ik u mee te nemen op de weg van oorsprong, geschiedenis en toekomst.




Veranderingen in de kerk

Oorsprong en begin van een liturgische praktijk waarin leken voorgaan, hebben hun wortels in de tijdgeest én de opdracht van het Tweede Vaticaans Concilie.
In zijn oproep voor dit concilie pleitte Paus Johannes XXIII voor een kerk met de ramen open naar de hedendaagse wereld. De kerk moest weer bij de tijd gebracht worden.
Een kerk die bij de tijd wil zijn - zo bepleitte hij - moet de moed hebben en de vrijheid nemen om wetten waardoor de vitaliteit van de gemeenschap in het gedrang komt, af te schaffen.
In dit licht bezien waren veranderingen nodig die waardevolle wegwijzers zouden kunnen zijn naar eigentijdse vormen van kerk zijn. Bij die veranderingen moesten lekengelovigen meer verantwoordelijkheid gaan dragen bij het doorgeven van het geloof.

concilie
Verschil van opvatting

Tijdens het concilie kwam al snel een zeer belangrijk verschil van opvatting over de kerk aan het licht. Een groot deel van de samengekomen bisschoppen pleitte ervoor een nieuw hoofdstuk aan het 'document over de kerk' (Lumen Gentium) toe te voegen met als titel 'Over het volk Gods'. Pas daarna zou dan de hiërarchie (paus en bisschoppen) aan de orde komen. Deze bisschoppen stelden dat het 'volk zelf en het heil van het volk' het doel van de kerkgemeenschap vormen en dat de hiërarchie als middel op dat doel gericht moet zijn, dus in dienst moet staan van het volk Gods, secundair is, met alle consequenties van dien voor o.a. de liturgische praktijk.

Helaas werd deze grote stap na beëindiging van het concilie, juist vanwege deze consequenties, naar de achtergrond gemanoeuvreerd. De leidende organen van de centrale kerkorganisatie hadden na het concilie geen behoefte meer aan dat andere kerkbeeld.
Toch bleek de hoop, die bij velen gewekt was, nooit helemaal verdwenen. Het waren vooral de bovengenoemde woorden van Paus Johannes XXIII die nog na galmden.


Groot priestertekort

Deze oproep en de daaruit voortvloeiende hoop haakten aan bij een andere ontwikkeling. In de loop van de zeventiger jaren kregen we, vooral in gebieden met met weinig katholieken – dus in ons bisdom – te maken met een groot priestertekort. In deze situatie werd een voorzichtig begin gemaakt met vieringen onder leiding van leken. Beoogd werden gebedsdiensten, ten einde daarmee een duidelijk eigen karakter te ontwikkelen en deze vieringen te onderscheiden van eucharistievieringen.
Enerzijds hoefde op deze manier niet één parochie onder het priestertekort te lijden en anderzijds kregen leken alsnog de gelegenheid hun verantwoordelijkheid te nemen en samen met de priesters en later pastoraal werkers een bijdrage te leveren aan de zondagvieringen.


Twee bewegingen

De eerste ervaringen werden in de jaren zeventig opgedaan in het dekenaat Oost-Groningen. Ook in het dekenaat Heerenveen speelde men in op de kerk van de toekomst waarin men de eigen verantwoordelijkheid van de lekengelovigen tot hun recht wilde laten komen. Er werd daar niet meer gesproken over 'kerkdiensten zonder priester', maar van 'kerkdiensten onder leiding van parochianen'. Het is duidelijk dat de twee bewegingen, waarvan ik hierboven melding maakte, om voorrang streden in de benaming van de vieringen waarin parochianen voorgingen.

Ik herinner me nog goed hoe deze verschillende vertrekpunten in de toenmalige Diocesane Pastorale Raad van het bisdom Groningen, onder de inspirerende leiding van Mgr. Möller, werden bediscussieerd en dat ondanks de verschillen van inzicht alom het besef groeide dat we elkaar nodig hadden en daarmee de weg vrijmaakten voor de inzet van leken in de liturgische praktijk. Dat deze leken zich moesten verplichten om een cursus te volgen, was evident. Mede op basis van de eerste opgedane ervaringen kon het Diocesaan Pastoraal Centrum in 1976 een brochure 'Kerkdiensten onder leiding van Parochianen' uitgeven. Aan de hand van deze brochure werden leken voor deze taak toegerust.


Niet zonder slag of stoot

Vanaf dat moment gaan de ontwikkelingen snel en wordt in alle parochies van ons bisdom gediscussieerd over en uiteindelijk plaats gemaakt voor de inzet van leken in de zondagliturgie. Dat gaat evenwel niet zonder slag of stoot. Ook hier zijn de voorstanders van de priesterkerk én degenen die leken meer verantwoordelijkheid willen geven, in parochieraden en parochiebijeenkomsten met elkaar in debat: 'De zaak wordt helemaal verkeerd aangepakt; er moet worden gezorgd dat er weer meer priesters komen; met zo'n woorddienst jaag je mensen de kerk uit'.
Dergelijke en andere uitspraken vind je terug in notulen van bijeenkomsten uit het voorjaar van 1978 in onze huidige parochie. Er zullen ongetwijfeld parochianen zijn die zich deze discussies ook nog herinneren.

Algemeen priesterschap

Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, Gods eigen volk, bestemd om de roemruchte dagen te verkondigen van Hem die u uit de duidsternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht

1e brief van Petrus 2, vers 9


die ons gemaakt heeft tot een koninklijk geslacht van priesters voor zijn God en Vader, Hem zij de heerlijkheid en de macht in de eeuwen der eeuwen. Amen!

Openbaring 1, vers 6

Rechtmatigheid
Als het gaat over de rechtmatigheid van deze vieringen onder leiding van parochianen, zien de voorstanders hun kans schoon, ook mede daartoe geďnspireerd door het Concilie.
Voor een goed inzicht in de mogelijkheid en rechtmatigheid van de kerkelijke praktijk moeten we terug naar de bronnen, d.i. het Nieuwe Testament, waar het leven van de eerste christengemeenten beschreven wordt, zo wordt betoogd.
In deze gemeenschappen was men doordrongen van het 'algemeen priesterschap' van iedere gelovige.


Eenheid in verscheidenheid

Dit 'algemeen priesterschap' beperkte zich niet tot de liturgische dienst, maar betrof de totale dienst van ieder voor de hele schepping of samenleving. De verschillende rollen en functies die daarin werden bekleed, vormden juist de basis voor de eenheid van de christelijke gemeente
( zie in eerste brief van Paulus aan de Korintiërs, hfdst. 12).
Tegenwoordig zouden we spreken over een eenheid in verscheidenheid, waarin de eenheid meer is dan de som van de afzonderlijke delen.

Wat de bijdrage van leken aan de liturgie betreft, zou je eigenlijk nu dus moeten spreken over een 'viering onder leiding van een van ons'!

Piet Maes
september2018



klik hier  
voor het tweede deel van 40 jaar Vieringen onder leiding van parochianen


klik hier  
voor het derde deel van 40 jaar Vieringen onder leiding van parochianen